Wednesday, 26 November 2008

Vier glazen per dag - en gaat u maar rustig slapen

De regering zegt: Mannen wordt aanbevolen drie tot vier glazen alcohol per dag te drinken, vrouwen twee tot drie. Wel, dat is natuurlijk niet precies wat de Britse regering zegt, maar dat is zoals de officiele alcohol richtlijnen meestal worden weergegeven in de media. Als aanbevolen hoeveelheiden. In Nederland heet dat toch, misschien wat ambitieus, de maximale hoeveelheid.

En zelfs wat de Britse regering wel precies op haar website aanraadt is nogal vaag, en weinig ambitieus: 'wij raden aan dat mannen niet regelmatig meer dan 3-4 eenheden alcohol per dag moeten drinken, en vrouwen 2-3. Regelmatig wil zeggen elke dag of de meeste dagen van de week'. En er wordt expliciet bij gezegd dat normaal gebruik van 3-4 glazen per dag geen gezondheidsrisico's met zich meebrengt. En bovendien wordt een 'eenheid' in de praktijk hier al snel een pint.

Meer negatieve effecten claimen in alle gevallen zal misschien niet wetenschappelijk te verantwoorden zijn, maar veel matigende wervende kracht gaat er niet van uit. En dat is raar, want er is genoeg ophef over alcoholproblemen hier. En als je op een zaterdagavond op West Street in Sheffield kijkt is dat geen verrassing. Voor diegenen die hier nog niet op bezoek zijn geweest... wel, je kan je een avond binge drinking in een Noord-Engelse stad voorstellen.

En er is genoeg bezorgdheid over. Vooral in September, als politici terug komen van vakantie in Toscane of Zuid-Frankrijk, en plotseling iedereen vindt dat Engeland een 'European café-culture' moet hebben. Ze bedoelen daar mee het glaasje wijn op een terrasje in een lieflijk uitzicht over velden met zonnebloemen. Niet die Franse vrachtwagenchaufeur met een fles wijn bij het ontbijt; of de Oktoberfest-cultuur van inhaken en bier per liter; of kratjes Grolsch staelen in het jeugdhonk. Dat vermoed ik in elk geval.

Maar daar komt natuurlijk niets van terecht, en dat snapt iedereen eigenlijk ook wel. Je kan nog zo hard roepen dat het getatoeerde dronken bierbuik-plebs (want die worden natuurlijk impliciet bedoeld) glaasjes Bordeaux moet gaan nippen; maar zo werkt het niet.

Wat wel werkt, denkt men, is de prijs van alcohol verhogen. De accijnzen op alcohol zijn hier al het hoogst van Europa. Daardoor is een fles bier in de supermarkt bijna even duur als eenzelfde hoeveelheid in de pub. Maar toch is vrijwel iedereen hier die zegt er verstand van te hebben het erover eens dat het aan de 'schandalig goedkope drank' ligt. Daarbij vergetend dat drank in die paradijslijke Europese café-culture-cafés helemaal spotgoedkoop is. Om niet te spreken van de Europese supermarkten.

Maar ja, prijsverhogingen dus als oplossing. Met de aanname dat alcoholmisbruik van mensen die zich meer financieel kunnen veroorloven geen probleem is. Of, eerder, met als resultaat dat mensen die het zich niet kunnen veroorloven een nog groter deel van hun budget aan alcohol zullen blijven besteden.

De doelgroep met die maatregelen zijn ongetwijfeld jongeren. Maar daar ligt denk ik helemaal het probleem niet. Als je vergelijkt waarin acoholgebruik in Engeland verschilt met landen als Nederland en Duitsland, is het niet de goedkope alcohol, en niet de cafe-cultuur, maar de leeftijd waarop het nog als acceptabel wordt gezien regelmatig dronken te worden. Toen ik in Londen studeerde deden mijn medestudenten stoer over zoveel mogelijk drinken, met behulp van drinkspelletjes, zoals wij in Amsterdam al niet meer sinds de middelbare school stoer vonden. En als je op West Street rondkijkt zie je net zo goed veertigers en vijftigers ladderzat als tieners. In Nederland en Duitsland ontgroeien de meeste mensen hetb drinken om het drinken op een gegeven moment, terwijl het hier de norm blijft. De kern van het probleem zijn niet de jongeren, maar de ouderen. Maar ja, de normen van volwassenen in twijfel trekken is natuurlijk heel wat lastiger dan wat Breezers in prijs te verhogen. Zeker als je al niet verder komt dan het aanbevelen van vier glazen per dag.

Wednesday, 19 November 2008

De verkeerde keuze

De BBC, als baken van diepgravende en betrouwende berichtgeving, heeft werelwijd een ijzersterke naam. En als je naar de website, nieuwszenders, en vormgeving kijkt is dat terecht. Maar het binnenlandse televisie aanbod lijkt af en toe weinig opheffender dan de spelletjes en shows die je overal op TV hebt. het ontbijtprogramma van de BBC bijvoorbeeld biedt een paar seconden wereldnieuws, vijf minuten lokaal (in mijn geval Yorkshire) nieuws, en de rest gevuld met 'plugs' van de eigen TV programma's.
Zo worden we bijna dagelijks op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in 'Strictly come Dancing'(het Nederlandse equivalent heet geloof ik Dansen met de Sterren?). Vooral nu er nogal wat ophef over is ontstaan. In het programma doen bekende britten (BBs) een dansje elk in een koppel met een professionele danser, worden beoordeeld door een 'vakjury', en vervolgens wordt er steeds een koppel weggestemd door 'het publiek thuis'. Bekend systeem.
Wat was er gebeurt? De bekende journalist John Sergeant besefte dat hij totaal net kon dansen, en maakte elke keer wat theater, grappen en grollen in plaats van een serieuse dansvoorstellinbg. Hij en zijn danspartner werden elke keer afgekraakt door de dansvakjury, maar 'het publiek' stemde massaal op hem, en hij overleefde steeds onwaarschijnlijker rondes tegen veel beter dansende koppels. Tot het moment waarop de leden van de vakjury wanhopig de natie opriepen voor het echte dansen te stemmen. Zij namen het kennelijk een stuk serieuzer dan de kijkers.
De vakmensen wisten het duidelijk het best, maar het volk stemde massaal voor wat toch echt duidelijk de slechtste danskandidaat was. Een raadsel. Het moest allemaal nog maar eens helderder uitgelegd worden door de vakjury, onder meer op ontbijt TV en in alle tabloids. De parallelen met het functioneren van democratie in het algemeen, en bijvoorbeelde de Nederlandse democratie het afgelopen decennium in het bijzonder, zijn makkelijk te trekken.
Vandaag maakte Sergeant bekend dat hij zich terugtrok uit Strictly come Dancing; de grap had lang genoeg geduurd.

Wednesday, 12 November 2008

How to speak English

Ik woon nu ruim een jaar in Engeland, maar ik heb niet echt het idee dat mijn Engels heel erg verbeterd is. Ik merk dat ik als ik moe ben, na drie kwartier hoorcollege bijvoorbeeld, ik meer naar woorden moet zoeken. En het moeilijkst blijft mensen verstaan. Van alle categorieen waarin je een taal kan leren - luisteren, spreken, schrijven, lezen - blijft de categorie die je meestal als eerste onder de knie hebt, luisteren, uiteindelijk het meest weerbarstig. Met veel ruis in de pub en accenten blijft het moeilijk mensen volledig te volgen.
Maar waar ik wel vooruitgang mee merk is het herkennen van accenten. Ik mag dan mensen niet verstaan door hun accent, ik weet wel steeds meer waar die accenten vandaan komen.
We kennen natuurlijk allemaal Iers, Schots, en Welsh. Wel, als opfrisser, dis is Schots:

En dit zijn een Ier en een Welshman die met elkaar Engels praten:


Maar dan Engeland zelf.
Een accent wat ik zeker niet kende voor ik hier kwam is het Yorkshire accent dat ze hier in Sheffield spreken. Erg mooi is het niet, het klinkt een beetje alsof je met een verstopte neus spreekt. Speciaal in Sheffield is dat ze 'the' als 't' uitspreken'; 'I'm taking t bus. Deze mevrouw beweert dat haar Huddersfield accent net weer wat anders is, maar voor mij klinkt het net zoals in Sheffield, in elk geval goed plat Yorkshires:

Ik heb een aantal collega's uit het Noord-Oosten, en daar in Newcastle heet het accent 'Geordie', en zo klinken ze, schattig he:

'Scouse' daarentegen, het Liverpool accent, hoog en zangerig, maar zeurderig:

In Birmingham schijnen ze Brummie te spreken, en iedereen vertelt me dat het een heel erg plat, uitgesproken accent is, en dat Birminghammers erdoor direct als dom en traag worden herkend. Ik herken Brummie nog niet zo, en ook deze gast is weinig hulp:

Misschien dat Frouke me kan helpen met Brummie-speak?
En dan als laatste natuurlijk East End Londens, toch weer erg bekend, zo ongeveer alle medeklinkers inslikkend, behalve de r, die een w wowdt:

Saturday, 8 November 2008

Enclaves

Een paar dagen te laat, het is toch echt geen woensdag meer. Ik was deze week weg uit Sheffield; mijn onderzoeksgroep en collega's uit Roskilde hielden samen een paar heidagen met onze PhD studenten in Hebden Bridge. Erg interessant, leerzaam, en vermoeiend. Het theoretisch thema was 'visitors, strangers, denizens', breed genoeg om ieders onderzoek onder te vangen.

Het stadje waar we bezoekers waren was in elk geval vreemd genoeg. Hebden Bridge, midden in het ennine geberget tussen Manchester, Leeds/Bradford en Sheffield, is op het eerste gezicht een typisch bouwvallig voormalig industrieplaatsje in een prachtige omgeving van steile heuvels en bossen. En zo zijn er tientallen plaatsje hier. Maar, Hebden Brigde ligt wel erg schattig tussen de heuvels, en maar 30 minuten met de trein van Manchester. Het is daarom de laatste decennia uitgegroeid tot een welvarende 'exurb' tussen de heuvels, en een ruraal/suburbane enclave voor kunstenaars, intellectuelen, en vooral homos en lesbos die liever niet in Manchester zelf wonen. Allemaal erg alternatief, liberaal, en welvarend dus. Het centrum is vol met biologische winkels, luxe modewinkels, wijn-bars, yoga-centra, goede restaurants, en lingeriewinkels. Wat anders dan de fish & chips shops, stamkroegen en dichtgetimmerde postkantoren die je normaal in dit soort industrieplaatsje hebt.

Hebden Bridge is echt een alternatieve enclave, en gaat erg ver daarin. De stad heeft het leveren van plastic tasjes officieel verbannen. En het was deze week bonfire week, en we misten net het bonfire feest zondag, met biologisch vuurwerk, no less.

Yuppie-enclaves bezoeken was sowieso mijn thema van de week. Afgelopen zondag was ik in Leeds, om met een voormalige collega die nu in Manchester woont en werkt een concert van de Braziliaanse Seu Jorge te bezoeken. Het concert was fantastisch, een mix van samba, raggae, Braziliaanse ballads, en David Bowie covers. Het was ook fijn in Leeds te winkelen. Leeds is misschien te grot om een enclave te noemen, een oude industriestad zoals Manchester en Sheffield, maar Leeds heeft zich meer dan welke stad dan ook in het Noorden aangepast aan postmodern capitalisme. Het is de shopping-hoofdstad van het Noorden, vol luxe winkels, en inwoners die daarop af komen, de yuppie-loft conversion waarin om ze te huisvesten. Leeds heeft de eerste Harvey Nichols vestiging buiten Londen; 'Harvey Nicks', het favoriete Londense warenhuis van de dames van Absolutely Fabulous.


Leeds