Afgelopen donderdag en vrijdag was ik voor een workshop in Castelldefels, een plaatsje vlak buiten Barcelona, en ik plakte er een weekendje in Barcelona aan vast. Ik was thuis opgedragen op het Barcelonese strand in elk geval wat te pootje baden, en wel, zo gezegd zo gedaan. Ik rolde mijn broekspijpen op en stapte in zee, to hilariteit van de paar op het winterse strand uitwaaiende locals. Ik vroeg zelfs een paar van hen een fotootje te maken als bewijs voor thuis. Zoals je ziet was het niet echt weer voor zon en strand plezier, vlak na de meest stormachtige ochtend die zelfs de taxichauffeur en de oudste mannetjes in de cafes van de stad zich konden herinneren; een cycloon die vier kinderen het leven kostte. Ik hield dus mijn winterjas aan. En tas op de rug.
Na het korte pootje baden zette ik me op de boulevard op een bankje neer om het zand aan mijn voeten te laten drogen voor het af te vegen. Terwijl de wind zijn droogwerk deed kwam er een man links naast me staan, en vroeg me in het Spaans of alles OK was; een goede vraag, want ik was duidelijk niet goed snik, in januari met blote voeten op een bankje op de boulevard met mijn tas naast me. Maar het ging prima, geen probleem. Of ik ook Frans sprak? Ja dat deed ik. Ça va? Oui, ça va. Bon, au revoir. Au revoir. En weg liep het wat gezette mannetje. Wat een rare snuiter. Het duurde even voor ik naar rechts keek, waar mijn tas had gestaan. Maar nu niet meer. En er was niemand rechts, en links was geen spoor meer van het mannetje. Teamwork, een afleidend gesprek van misschien 20 seconden was genoeg. En ik was mijn tas kwijt, met gelukkig niet mijn laptop en paspoort erin. Maar wel al mijn cameraspullen. En een artikel over de sociale constructie van angst. En een stapel na te kijken werkstukken van studenten. Als het tentamens waren geweest hadden ze allemaal een 10 gekregen. Hopelijk is dat mannetje zo vriendelijk de werkstukken voor me na te kijken en op de post te doen. Anders moet hij dat artikel over angst maar eens goed lezen.