Wednesday, 31 October 2007

Sky is the limit



Tot een paar weken geleden las ik een boel, niet alleen ter voorbereiding van mijn colleges, maar thuis en in de bus, voor de lol, romans. In September ongeveer een dikke pil per week. Zafon, Luijendijk, Orwell, Ngozi Adichie, Mandela, Ignatieff, Toynbee, kaft tot kaft, tot een week of drie geleden. Sindsdien worstel ik me traag door Paul Theroux’s Dark Star Safari heen. Niet omdat het slecht is, zeker niet. Omdat ik het heel druk heb op mn werk, zeker, ook in de weekends. Maar daarnaast, voor de paar uur die ik nog over heb per week, heb ik nu ook de keus om, ja, TV te kijken.
En wat een keus! Ik heb namelijk Sky, een schotel, waarnaar mijn programma’s rechtreeks worden toegestraald vanaf mijn satteliet. Sky, en sattelietschotels aan je huis geplakt, zijn erg populair hier. Niet alleen in wijken met mensen die verlangen naar soaps uit Ankara en Casablanca, of zelfs Delhi, Karachi en Lagos, maar ook in blanke wijken. Je hebt hier namelijk niet overal kabel, en je moet toch de hele dag live voetbal kunnen kijken, nietwaar?
Eigenlijk heb ik Sky niet voor de TV, maar voor de gratis broadband die ze erbij doen, samen een prima deal. Maar het betekent wel dat ik prachtig scherp beeld heb, en keus uit 559 kanalen. Echt waar, het is me nog niet gelukt op een avond van begin tot eind door het hele aanbod te zappen.
Het is werkelijk ongelooflijk. Waanzinnig. Natuurlijk, BBC1 en BBC2, en ITV, maar ook BBC3, BBC4, ITV2, 3 en 4, en een hele massa andere kanalen vooral volgeprogrammeerd met herhalingen, maar ook met de uitstekende documentaire over Jacques Brel die ik op dit moment kijk.
En dan honderden themakanalen. Daaronder vier kanalen met 24 uur per dag politieachtervolgingen, 17 filmkanalen, 30 cartoon channels (waaronder een Baby TV en een Babyfirst, je kan niet vroeg genoeg beginnen), 31 muziekkanalen (waarvan 6 MTV-versies), 27 sportkanalen (waaronder 2 aparte golf-kanalen, 3 paardenracekanalen, Manchester United TV, Chelsea TV, Realmadrid TV en Liverpool CTV), 8 nieuwskanalen (waaronder Al-Jazeera, Russia Today en France 24), en niet minder dan 15 TV-domineezenders (GOD Channel, GOD Europe, Wonderful, TBN Europe, Daystar, Revelation, UCB TV, Inspiration, Loveworld TV, EWTN, Gospel Channel, World Network, Genesis, Faith, en Angel). O ja, en een Islam Channel en Muslim TV. En natuurlijk een kleine vijftig zenders in spannende talen zoals Chinees, Hindi, Urdu en hele reeksen uit Afrika en het Midden Oosten. En dan nog 250 andere zenders.
Daar zitten ware juweeltjes tussen. Zo heb ik twee kanalen die simpelweg ‘Trouble’ heten. Ik heb Legal TV met de hele dag rechtszaken en advocatenseries. Voor enkele tientallen pornokanalen moet je bijbetalen maar ik heb wel toegang tot Playboy One, met naast commercials om lid te worden van het echte Playboy betaalkanaal programma's in de trant van Expeditie Robinson-in-bikini. Ik kan 24/7 naar Wedding TV kijken, en de dag erna naar Wedding TV 2. Fashion TV natuurlijk, of Horse&Country TV. Of wat dacht je van LivinginSpain TV?
En dan mijn favorieten: Wine TV, met de hele dag wijngaarden en wijn spugende snorremansen. En dan last but certainly not least Xleague.tv-TV, waar je 24 uur per dag Japanse en andere puistige jochies computerspelletjes ziet doen, becommentarieerd door twee Amerikaanse commentatoren die uit hun dak gaan alsof het een basketbal-wedstrijd betreft. Zelf de hele dag computerspelletjes spelen is al erg genoeg, anderen die dat doen becommentarieren nog triester, en als je daar vervolgens vanop je driezits naar gaat kijken kan je echt niet veel dieper meer zinken. Misschien wordt het tijd voor weer een paar pagina’s Theroux...




Wednesday, 24 October 2007

Schaapjes

Ik heb al verschillende vragen gekregen naar een oordeel over de verschillen tussen Britse en Nederlandse studenten. Ik heb wat eerste indrukken, maar het is nog te vroeg voor een echte vergelijking, dat komt later wel.
Maar als tutor van eerstejaars heb ik al wel de gelegenheid gehad het specifieke gedrag van net in een vreemde stad aangekomen achtienjarigen met een voor hen nog vreemde rol als volwassen individuen. Elke dinsdag geef ik twee groepen van zes eerstejaars een tutorial, iedere groep tweewekelijks. Een collega doet hetzelfde een uur eerder dan ik. We delen sinds afgelopen week potten koffie en thee en pakken koekjes voor onze studenten, om een ongedwongen atmosfeer te creeren, en omdat we dinsdagmiddag aan het eind van de dag zelf ook wel trek hebben in koffie en koekjes. Vorige week bood ik dus koffie, thee, en koekjes aan aan de jongens en meisjes. De eerste hoefde geen warme drank, “I’m fine, thank you”, en alle anderen hoefden vervolgens ook niet meer. Ze namen wel allemaal een koekje. Deze week bood ik hetzelfde aan, de eerste nam koffie, en vervolgens namen ze allemaal koffie. Daarna ging ik rond met de koekjes, en geen van hen hoefde een koekje, “I’m fine thank you”.
Vorige week dacht ik nog dat het overdreven beleefdheid, of een nieuwe gezondheidshype over caffeine en theine was. Maar toen gisteren het patroon precies andersom was, snapte ik dat het een groepsreactie was, kuddegedrag. Het zijn nog jongetjes en meisjes in een nieuwe wereld, die tijd nodig hebben om iets meer persoonlijkheid en durf te ontwikkelen. Dat komt vanzelf. Het is ook de rol van de universiteit en hun tijd als student om ze van schaapjes in gemzen te veranderen. Jammer is wel dat het ook zijn weerslag heeft op het academische werk. Ik had ze gevraagd hun opdrachten niet alleen mee te nemen naar de tutorial, maar ze ook maandagavond rond te mailen naar iedereen, zodat ze ze konden bekijken vantevoren en in de les bekritiseren. Iedereen deed netjes de opdracht, maar er kwamen geen mailtjes. Ik zie voor me dat ze maandag de hele avond voor de computer zaten, te wachten tot de eerste een mailtje stuurde...

Wednesday, 17 October 2007

Een kleine sociale geografie van de aardappelchip


Gefrituurde aardappelplakjes zijn een soort Coca-Cola of Microsoft, wereldwijd populair en overal te krijgen. En, overal in verschillende smaken, reflecties van sociaal-ruimtelijke en cultureel-historische verscheidenheid. Zo heb je in Engeland natuurlijk de salt & vinegar smaak, net zoals je hier zout en azijn op je patat doet. Eigenlijk raar dan dat we in Nederland geen mayonaise-smaak chips hebben. Inplaats daarvan moeten we het doen met de enigszins misselijkmakende en gastronomisch-historisch moeilijk te plaatsen paprika smaak. Het is in elk geval minder ambitieus en fris dan die andere Engelse klassieker, de Prawn-Coctail chips.
En daarmee komen we bij een recente ontwikkeling in chips-land, de categorie uiterst onwaarschijnlijke smaken. Want hoeveel garnalen zouden er nou echt in die chips zitten? En maakten ze in de fabriek eerst een mooie garnalen-cocktail in een elegant glas met een blaadje sla, of doen ze de garnalen, de cocktailsaus en de sla onceremonieel apart bij de te bakken aardappels? En wat te denken van barbeque smaken, geroosterde kip smaak, en dergelijke. Net zoiets raars als appeltaart-ijs, of chocoladekoekjes-ijs, iets Amerikaans, land van onbegrensde mogelijkheden. Ik zag hier zelfs biefstuk-met-bruin-bier-smaak chips. Geeft toch aan dat we tot eerder niet voor mogelijk gehouden technologisch-culinaire hoogten zijn gestegen, nietwaar?
Het biedt ook extra mogelijkheden voor ruimtelijke identificatie via de aardappelchips. Je kan een nationaal gerecht in chips verwerken, ter meerdere eer en glorie van het vaderland. In de Dominicaanse Republiek heb je ‘Pescado con Coco’-smaak chips, gewoon van wereldmerk Lay’s. Ook daarbij vraag je je toch af hoeveel in kokos gestoofde vis er is gebruikt. Bij ons is het dan wachten op de hutspot-smaak pringles, of de erwtensoep-ribbelchips, of misschien de koek-en-zopie-chips. Toch niet ondenkbaar in deze tijden van nationaal historisch besef, Trots op Nederland, en collectief georganiseerd terugvinden van onze vaderlandsliefde.
Daarnaast haal je natuurlijk via de chips tegenwoordig ook nog heel multicultureel de wereld bij je in huis. Zo heb je typisch Aziatische produkten als Thai Chili chips, (‘sweet’ of ‘spicy’) en ‘Rice Infusion Pringles’. Je waant je in de sawas of in Siam. Nou, een klein beetje dan, met je ogen dicht.
In Engeland is wat anders aan de gang. Want waarom werelden importeren als je zelf al twee werelden hebt, middle class en working class. Een produkt dat de afgelopen tien jaar een ongekende vlucht heeft genomen is de luxe-chips. Gewoon chips, maar dan in ‘posh’ uitvoering. Je had altijd al de ambachtelijke Kettle chips, lekkerder, knapperiger en ‘authentieker’ eruitziend, en met ‘echte’, subtielere smaken. Duurder ook, veel duurder. Het aanbod luxe-chips is inmiddels onnoemlijk groot. De ambachtelijk-ouderwetse chips merken met chips-zoals-in-grootmoeders-tijd buitelen over elkaar. Het is maar dat grootmoeder het weet. Allemaal met authentiekere vormen en kleuren, en in authentieke nep-papieren, ouderwetse, zakken. Maar eigenlijk natuurlijk van precies hetzelfde materiaal, en wat erin zit is uiteindelijk toch gewoon chips. En de meeste merken houden het bij de bekende smaken, zoals salt & vinegar of cheese & onion. Maar dan luxe varianten. Dus heb je niet gewoon zout & azijn, maar zeezout & chardonnay-wijnazijn. Of vintage cheddar & lenteui chips. Het moet toch niet gekker worden. Ik zag zelfs zeezout & champagne-azijn chips voor de wel heel gedistingeerde aardappeleter. Nog even en je hebt connaiseurs die een Dom Perignon-chip van een Veuve Clicquot-chip kunnen onderscheiden. De Tesco luxe-chips die ik net op heb (Mature Cheddar & Caramelised Onion) zijn ‘handgebakken’. Ik kan me er met de enorme massaproduktie van Tesco weinig bij voorstellen. En dan, volgens de omschrijving, nog niet zomaar ergens in een achterafloods handgebakken, maar ‘in a converted 17th century castle in the rolling hills of County Armagh’. De associaties met ouderwetse authenticiteit, rurale idylle, en sociale klasse liggen er duimendik op.
Uit de ruimtelijke spreiding van verkooppunten van luxe en gewone chips wordt de sociale betekenis van de aardappelchips duidelijk. In arbeiderswijken heb je alleen de ouderwetse eerlijke salt & vinegar chips en de andere bekende smaken, vaak ook nog verkrijgbaar van een extra goedkoop B-merk. In de nettere wijken, en in bastions van hoog-cultuur zoals de universiteit, vindt je vele soorten luxe-chips. In onze universiteits-staf pub kan je autenthieke Yorkshire-chips kopen van een zogenaamd eeuwenoud lokaal famliebedrijf, in verschillende fancy smaken. De aardappelchips is duidelijk een instrument van sociale distinctie, een essentieel element van Brits cultureel kapitaal. Mensen zonder Smaak eten gewone massa-chips. En mensen die weten hoe het hoort eten luxe-chips. En mensen die écht weten hoe het écht hoort, eten helemaal niet zoiets vulgairs als koude gefrituurde aardappelplakjes uit een plastic zakje.

Wednesday, 10 October 2007

Mijn kerk



Eens was het God’s huis, en nu woon ik er. Bovenop de berg. Ik woon in Hale Court, een voormalige kerk, en rijskmonument van B-niveau. Het is ongeveer 100 jaar oud, en was tot twintig jaar geleden een Methodist kerk, Protestant dus. Dat was eens populair onder de staalfabriekvoormannen, postbodes en gemeenteklerken die hier woonden, aangezien er honderd meter verderop nog een Methodist kerk staat. Maar kennelijk sloeg ook hier de secularisering hard toe, en werd een van beide kerken overbodig. De huidige eigenaar, een gepensioneerde architect, kocht het en bouwde het om tot appartementen die hij verhuurde aan universiteitspersoneel. Hij doet alles zelf, en heeft net eigenhandig een annex gebouwd met nog een reeks appartementen, volledig in dezelfde stijl als de kerk. Indrukwekkend.
De benedenverdieping van de kerk verhuurt hij aan een blindegeleidehondentrainingscentrum (scrabble-woord!). Ik denk dat het vooral het administratieve centrum van de organisatie is, want ik zie eigenlijk nooit honden. De appartementen in het kerkgebouw hebben prachtige grote gebrandschilderde ramen.
Er woont onder andere een Brits-Nieuw Zeelands en een Zwitsers echtpaar. Ik woon eigenlijk niet in de kerk zelf, maar in een deel van de zondagschool. De rest van de voormalige zondagschool is een gemeenschapelijke was- en droogruimte, een kantoorruimte, en een enorme hal die omgebouwd gaat worden tot squashzaal, voor de bewoners. Jaja.
Mijn appartement heeft een voldoende ruime woonkamer, (nog) sober gemeubileerd, met raampjes die een streep uizicht op het dal en het achterliggende Peak District bieden. Daarnaast een prettige keuken, met alles erin, maar jammer genoeg een electrisch fornuis. Nu ja, ik ben het lang genoeg gewend geweest, en in de moderne appartementen in het centrum heb je ook niet anders. Een halletje biedt toegang tot een badkamertje met ligbad en douche, en naar de slaapkamer een verdieping hoger. Dat is een wat vreemde lange zolderruimte, met nauwelijks natuurlijk licht, maar wel erg ruim. Vernuftg is de trap ernaar toe, een ruimtebespaarder, erg steil, met uitsparingen in de treden om toch gemakkelijk naar boven en beneden te lopen.





Afgelopen weekend mijn eerste bezoek uit Amsterdam gehad, UvA-collega Kaj kwam langs. Reden voor een wandeling door het Peak District, en dan kom je toch op andere plaatsen dan met de fiets:

Hiking around Edale

Wednesday, 3 October 2007

On your bike



Fietsen in Engeland blijft apart. Het is niet dat niemand fietst, dagelijks van A naar B en weer terug, zeker niet. In tegenstelling tot landen als Frankrijk, Spanje en Italië zijn er best veel mensen die forensen op de fiets. Het rek bij de universiteit staat elke dag vol. Maar zoals bij ons ’s avonds naar de kroeg of naar de supermarkt met een lading zware tassen, nee dat niet. Niet dat je met die tassen hier de berg op zou komen trouwens.
En het is ook niet dat de infrastructuur ontbreekt. Fietsen is ‘groen’, en dat is in, dus heeft de universiteit een fietsplan, legt de gemeente overal stukjes fietspad aan, en stapt zelfs de leider van de Conservatieven regelmatig op de fiets, als er camera’s in de buurt zijn dan. Maar een doordacht geheel is het niet, als er geen ruimte is houdt het fietspad gewoon op, of eindigt zoals op de foto boven in een hek.
Engelse automobilisten zouden fietsers niet gewend zijn, het is gevaarlijk, zeggen mensen hier. Iedereen doet dan ook een reflecterend hesje aan en helm op in de stad. Onnodig volgens mij; automobilisten zijn fietsers zo weinig gewend dat ze met een enorme boog om je heen rijden; nog nooit zoveel ruimte gehad op de weg.
In perfect spiegelbeeld met Frankrijk, Spanje en Italië slaat de fiets als dagelijks vervoermiddel in England redelijk aan, maar wielrennen, dat is toch iets voor het Continent. Af en toe doen ze het best goed, met baanwielrennen bijvoorbeeld, maar het blijft curieus, zoiets als een Nederlander die plotseling uitblinkt in cricket of langlaufen. Bij de laatste Olympische Spelen won een Brit goud op de sprint bij het baanwielrennen, en hij zou direct erna naar de BBC-studio komen voor een interview. Reden voor de presentatoren om te grappen ‘Hij zal vast op de fiets komen.’ Haha. Hmmm.
Ikzelf vind fietsen in Sheffield fantastisch. Eindelijk woon ik ergens waar ik me kan vermaken met een eindeloze hoeveelheid bergjes. Natuurlijk de dagelijkse tocht van Crookes naar beneden (4 minuten) en ’s avonds weer terug omhoog (12 minuten). Maar elk weekend een tochtje met steeds weer nieuwe steeds verschrikkelijker klimmetjes. Binnen tien kilometer van mijn huisje telde ik op mijn topo-kaart 31 hellingen steiler dan 15 %. En dan tel ik de steile straten van Sheffield zelf nog niet mee. Elk weekend weer genieten. Zeker met mijn 15 kilo zware Dawes met halfdikke banden. Vanaf de heuvelrug waarop ik woon zijn er drie afrgrijselijk steile weggetjes naar beneden, of omhoog als ik terug kom van het Peak District (voor de fietsers, ik kan kiezen uit 900 meter 12 % gemiddeld, 800 meter 16 % gemiddeld, of 1 kilometer 14 % gemiddeld, alledrie met maximum tussen de 15 en 20 %). Waarom de wegen hier zo absurd steil zijn? Volgens mij omdat ze aan deze kant van het kanaal nooit de haarspeldbocht hebben uitgevonden. Echt, nergens een sierlijke zig-zag te zien. Veel te Frans, te feminien, al die krullen. Nee, wij gaan recht ertegenop.
In elk geval zijn al die klimmetjes, en mijn zware trekkingfiets, een goed excuus om af en toe uit te hijgen en een fotootje te nemen. Hieronder een serie van wat rondjes, alle vanwege mn knie nog onder de 30 kilometer. Dus deze landschappen alle te zien op max 15 kilometer van Sheffield. Ik zal het blijven aanvullen. PS. Picasa heeft zelfs een plattegrond-connectie, dus ik heb de locaties van de foto's op de kaart gezet.

Fietstochtjes vanuit Sheffield