Toerist in eigen land moesten we worden. Zo gezegd, zo gedaan. En dus gingen mijn zus Frouke en ik naar Liverpool, voor een dagje. Zomaar. Als toerist dus. Deel vijf in mijn reeks bezoeke aan Noord-Engelse steden.
En Liverpool kwam helemaal niet slecht uit de test. Vooraf had ik bij een collega en Jane om tips gevraagd, maar geen van beiden bleek ooit in Liverpool geweest te zijn. De stad staat in Engeland bekend als achterstandsbouwval, en omdat het aan zee ligt voelt het ook wel een beetje aan als het eind van de wereld. Nou was Liverpool natuurlijk tijdens de industriele revolutie en het Empire en zo het begin van de wereld, de plek waar je naar de wereld toe kon varen in elk geval. Maar van die scheepsglorie is niks meer over.
Toch vonden wij Liverpool allebei een leuke stad. Het heeft zeker ruwe randjes, en leegstaande bouwvallen, sommige vergane glorie, andere gewoon vergane akeligheid, maar straalt ook een rauwe creativiteit en stedelijke eigenwijsheid uit, die meer afgestompte achterstandssteden als Bradford en Birmingham missen. En, in tegenstelling tot economisch veel succesvollere steden als Leeds en Manchester heeft het ook een aantal topattracties voor toeristen.
Zo heeft het een vestiging van het Tate moderne kunst museum. En tot onze verbazing hadden ze in Londen niet wat afdankertjes uit het magazijn naar de Liverpoolse vestiging gestuurd, maar topwerken zoals de Mao's van Warhol, de Kreefttelefoon van Dali, topwerken van Mondriaan, Picasso, Magritte en zulke namen, en leuk spul van minder bekende namen. Ook hebben ze twee bezenswaardige moderne kathedralen: een prachtig katholiek betonnen ruimteschip uit de jaren 60, en een anglicaans neogothisch monster uit 1978, zomaar de op vier na grootste kathedraal ter wereld! En, een indrukwekkend waterfront (in tegenstelling tot de 'waterfront' ontwikkelingen in Manchester en Leeds aan een stinkend kanaal in Liverpool zoals het hoort aan zee; nu ja, de Mersey, maar dat is bijna de oceaan), met opvallende gebouwen als het Liver building en het Albert Dock. En, tenslotte natuurlijk nog The Beatles, die flink uitgemolken worden, maar die wij een beetje vermeden.
Misschien dus toch niet zo'n tang op een varken, die keuze van Liverpool als European Capital of Culture 2008. Jammer alleen wel dat vorig jaar nog vrijwel geen van de voor de gelegenheid gebouwde gebouwen klaar was; er werd nog steeds veel gebouwd. En we zagen het meest terug van dat jaar culturele hoofdstad in de vorm van snel op leegstaande gebouwen getimmerde platen met Liverpool 08 om de leegstand en het verval te bedekken. Capital of Culture? Op zijn Liverpools misschien.
Toch, als ik de steden van Midden/Noord-Engeland waar ik nu allemaal een paar keer geweest ben vergelijk, scoort Liverpool best redelijk. Dit zijn de andere die ik ken:
Birmingham: Enorm en enorm lelijk, diep in verval, maar groot genoeg om hier en daar best te boeien.
Bradford: Diep dal van achterstand, domein van tokkies en gesluierde of bebaarde Pakistanen. Alleen de vele curryrestaurants zijn de moeite waard.
Leeds: Winkel en yuppen mekka van het Noorden, goed bezig, en relatief best prettig, maar weinig echt interessants, and uiteindelijk blijft het toch een voormalige Noord-Engelse industriestad.
Manchester: meest cosmopolitische stad van het Noorden, en in veel opzichten de tweede stad van het land na Londen, vol interessante moderne architectuur en ook nog genoeg achterstand, maar geen echt historisch centrum en geen echte publiekstrekkers voor de internationale toerist.
Sheffield: provinciaal aandoend centrum, staalindustrie en achterstandswijken in het oosten, en lommerijke prettige suburbane saaiheid in het westen, maar prachtige ligging aanschurkend tegen het Peak District.
Liverpool |
1 comment:
Met welke camera heb je die mooie foto's nu gemaakt?
Wij zijn even in Liverpool geweest in 1972, op doorreis naar Ierland.
Post a Comment