"
De zwarte hel, het onderste punt der verdoemenis is zonder twijfel Sheffield, waar de helderste kleur donkergrijs is en waar frissche lucht beteekent zwarte schoorsteenrook. Het ligt aan het eind van een dal dat naar het Oosten dicht is, dus de geregelde westenwind drijft alle rook, roet en stank juist boven de stad samen." - Frans Schrijver, 1932
Deze quote mag dan mijn naam dragen, maar na drie weken hier is het tijd mijn eigen oordeel over Sheffield te vellen, 75 jaar nadat mijn grootvader dat deed, onderweg op reis van Rotterdam naar Liverpool.
In elk geval hoeft er niet te worden getwijfeld aan de juistheid destijds van mijn opa’s observaties. George Orwell schrijft in dezelfde periode in ‘The Road to Wigan Pier’: “
It seemed a world from which vegetation had been banished; nothing existed except smoke, shale, ice, mud, ashes and foul water. But even Wigan is beautiful compared with Sheffield. Sheffield, I suppose, could justly claim to be called the ugliest town in the Old World … Even the shallow river that runs through the town is usually bright yellow with some chemical or other. Once I halted in the street and counted the factory chimneys I could see; there were thirty-three of them, but there would have been far more if the air had not been obscured by smoke.”
De industriële revolutie maakte Sheffield groot; de helft van alle staalproductie in Europa kwam uit Sheffield, in een tijd van Eiffeltorens, kanonnen, Titanics en visvorkjes. Samen met de kolenmijnen in de omgeving maakte het de stad tot het schoolvoorbeeld van de grauwe noord-Engelse industriestad met eentonig miserabele wegbrokkelende arbeidershuisjes en straatarme uitgebuitte inwoners die als vijfjarigen de mijnen ingingen op een dieet van wittebrood, margarine en zwarte thee. En, kennelijk, een altijd aanwezige fabrieksrook als een zwarte smog over de stad.
Na de tweede wereldoorlog werden de arbeiderssloppen vervangen door betonnen woonflats, kreeg de staalindustrie klappen, en in de jaren tachtig sloten de laatste kolenmijnen. Zonder kolen trok de rook trok op, iedereen kon eindelijk zien hoe lelijk het allemaal was, en Thatcher zorgde voor een leger werklozen en een eindeloze reeks punkbandjes.
Pas de laatste 10 jaar kent de stad een opleving, nog steeds industrie, maar nu wat meer high-tech (Boeing), en het is nu zelfs de snelst groeiende stad van Engeland. Elke stad moet zichzelf promoten tegenwoordig, en Sheffield doet dat als stad van sport en technologie. Er wordt nog steeds staal geproduceerd, meer dan ooit, maar met een fractie van de mankracht en zichtbare vervuiling, en ver uit de stad weggestopt in de industriële zone van Don Valley.
Die opleving heeft de stad allerlei nieuwe projecten opgeleverd, zoals de Millennium Galleries, Winter Gardens, een opgeknapt stadshart, een industrieel erfgoedmuseum, en in snel tempo tot yuppenlofts omgebouwde 18e-eeuwse staalfabrieken in het centrum. Maar, minder grauwheid en hier en daar een mooi gebouw maakt Sheffield nog altijd geen mooie stad. Echt lelijk ook niet meer, vooral provinciaal. Maar ondanks dat heeft Sheffield wel een paar dingen die erg aantrekkelijk zijn. Het is een jonge stad, met twee grote universiteiten (hoewel Sheffield Hallam University eigenlijk meer een HBO is). Maar bovenal, de ligging half in het Peak District. De stad is gebouwd op een reeks heuvels, en is zeker gezien het historische imago opvallend groen. Sheffield heeft zelfs het hoogste aantal bomen per inwoner van Europa.
Die bomen staan dan wel vooral aan de westkant, de kant van het Peak District. Sheffield is namelijk ook een enorm gesegregeerde stad. Het westen is welvarend, heuvelachtig en lommerijk, en wordt bewoond door mensen met Jaguars of Rovers, of door studenten. Het oosten is arm, met veel sociale woningbouw en leegstand, bewoon door families Flodder, tienermoeders, en Pakistaanse, Poolse en Jamaicaanse immigranten. In het westen heb je boetiekjes, Guardian-lezers, golfclubs en Oxfam charity-shops, in het oosten fish&chips-shops, hondenraces, moskeeën, en leegstaande fabrieken. Het oosten heeft nog steeds veel werkloosheid, het westen het welvarendste district van Engeland buiten Londen, Sheffield Hallam. De economische opleving heeft Sheffield in elk geval een grote middenklasse gegeven, maar het blijft een arme stad. Genoeg moois in het westen uitmondend in de heuvels van de Peak, maar zoals een stadgidsje het formuleert, “
You can loose yourself among those beautiful people buying beautiful things in beautiful shops. Okay, so maybe it’s not all that beautiful – there may still be the odd teenage scally with his missus and five young nippers lurking round the edges, but we reckon it’s damn close.”
Nu, laten we er niet op wachten, en genieten van de mogelijkheden die groen Sheffield biedt als outdoor-sport centrum.
Sheffield City CentreHigh Street
Town Hall & Peace GardensSheffield CathedralWinter Gardens & Millennium GalleriesIndustrieel erfgoed - Kelham Island MuseumEast SheffieldPark Hill EstatePark Hill EstateDon Valley Industrial ZoneDon Valley -
valt wel mee tegenwoordig met die zwarte rookLondon RoadRiver DonWest SheffieldBotanical GardensCrookesmoor ParkHallamshire GolfclubRivelin Valley